28.december.2016

De wet DBA is niet weg en dat heeft consequenties

wet DBA in koelkast, maar niet weg

De wet DBA is weliswaar in de koelkast gezet, maar zeker niet van de baan. Veel opdrachtgevers en zzp’ers denken dat ze niets meer hoeven te regelen. Het is zo dat u nu niet hoeft te haasten om er vóór 1 mei 2017 klaar voor te zijn, maar van afstel komt geen uitstel. In dit blog artikel vertel ik waar u zeker nog op moet letten…

Van VAR naar beter?

Vroeger was alles beter. U wilde tijdelijk een zelfstandige zonder personeel, een zzp’er, inschakelen voor een bepaalde klus en dat kon u gemakkelijk regelen. U hoefde die zzp’er namelijk alleen maar te vragen naar een geldige Verklaring Arbeidsrelaties (VAR). En als de zzp’er u die kon laten zien, dan was dat voldoende. Als opdrachtgever had u hiermee in feite volledige vrijwaring voor de inhoudingsplicht voor de loonheffingen. Het eventuele fiscale risico lag vooral bij de opdrachtnemer, de zzp’er.

De VAR zou gemakkelijk schijnconstructies in de hand werken

En toen werd de VAR op 1 mei 2016 afgeschaft. Staatssecretaris Wiebes zag namelijk een handhavingsprobleem; de VAR zou gemakkelijk schijnconstructies in de hand werken. Dus: dag VAR en halleluja DBA.

Waarom staat de DBA dan in de koelkast?

DBA staat voor de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. De naam suggereert dat er dus minder regels gelden, dat het eenvoudiger wordt. Was het maar zo. De wet zou een beter wapen moeten worden tegen “de wildgroei aan schijnconstructies die tijdens de VAR waren ontstaan”. De doelstelling van de wet is om “ de balans in verantwoordelijkheden van opdrachtgevers en zzp’er te herstellen”.

Maar puntje bij het paaltje: de DBA maakt het er allemaal niet makkelijker of duidelijker op. Heel veel opdrachtgevers schieten in een kramp en zetten hun opdrachtnemers massaal buiten de deur, bang voor eventuele loonheffingen. En dat was nou net niét de bedoeling van de wet. Daarom heeft Wiebes de handhaving van de wet DBA in de ijskast gezet tot 1 januari 2018. De wet is dus niet afgeschaft, hij is ‘on hold’ gezet.

Zijn modelovereenkomsten de oplossing?

Het enige verschil tussen VAR en DBA is dat er nu met modelovereenkomsten wordt gewerkt. Deze overeenkomsten tussen opdrachtgever en opdrachtnemer moeten duidelijk maken dat het niet gaat om een dienstbetrekking. In de optiek van de staatssecretaris wordt het met de modelovereenkomsten vanzelf veel duidelijker wat wel kan en wat niet. Klinkt eenvoudig, toch? Maar waarom wringt het dan, waarom is er zoveel onrust over die modelovereenkomsten? We kunnen heel gemakkelijk drie cruciale knelpunten aanwijzen:

1. Feit gaat boven fictie

Opdrachtgevers zijn er nog niet zo zeker van dat modelovereenkomsten in de praktijk de zekerheid bieden die ze nodig hebben. Het is immers al heel duidelijk gezegd dat de Belastingdienst bij de handhaving van de wet gaat kijken naar feitelijke situaties en niet wat u netjes op papier heeft afgesproken. Dus als u toch – per ongeluk – dagelijkse instructies heeft gegeven aan de zzp’er, dan bent u de klos als u gebruikmaakt van de modelovereenkomst ‘geen gezagsrelatie’. Hier geldt: feit gaat boven fictie.

2. Toch een verkapt dienstverband

En hier zijn veel opdrachtgevers dus zo bang voor: dat de Belastingdienst stelt dat er toch een (verkapt) dienstverband is. Sommige opdrachtgevers willen geen enkel risico lopen en kiezen er daarom voor om maar helemaal niet meer met zzp’er te werken. Deze situatie is zeker nadelig voor zzp’ers die er bewust voor hebben gekozen om zelfstandig te werken en niet via een dienstverband, detachering of payroll constructie.

3. Modelovereenkomst is maar een model

Het woord zegt het al: de modelovereenkomsten die op de site van de Belastingdienst zijn gepubliceerd zijn maar een model. Daarmee zijn ze niet echt makkelijk te ‘kopiëren’. U moet ze toch altijd wel (wat) aanpassen naar uw situatie. Het model is zeker geen eenvoudige invuloefening.

Checklist: zó bereidt u zich voor op de DBA

Om niet voor DBA verrassingen te staan, is het verstandig om de volgende checklist na te lopen:

  • Werkt u al langer met zzp’ers? Controleer dan eerst op wat voor een basis dat gebeurt. Wat voor een contract heeft u nu met de zzp’er?
  • Heeft u van die zzp’ers eigenlijk (ooit) wel een geldige VAR gekregen en deden ze wel dat werk waarvoor de VAR was verleend? Is dat nu nog hetzelfde?
  • Wie bepaalt of er een zzp’er wordt ingeschakeld en met welke modelovereenkomst er dan wordt gewerkt? Is dat de betreffende manager of is het een taak voor de HR-afdeling?
  • Heeft u zelf een goedgekeurde modelovereenkomst van de Belastingdienst en is die ook geschikt voor dít specifieke geval?
  • Houdt u goed in de gaten dat u in de praktijk ook werkt zoals u het in de modelovereenkomst hebt omschreven?
  • Wilt u de zzp’er vast inplannen of inroosteren, net zoals ‘gewone ‘ werknemers? Dan bestaat de kans dat de zzp’er helemaal niet zo zelfstandig is als u misschien denkt.
  • Moet de zelfstandige zich bij u melden als hij of zij ziek is en door wie wordt er dan vervanging geregeld?
  • Krijgt de zzp’er dagelijks instructies? Dan is er al snel sprake van een gezagsrelatie. Houd hier rekening mee als u een modelovereenkomst wilt gebruiken.

De wet DBA is er, is goedgekeurd én uiteindelijk zal er ook op worden gecontroleerd. Waar het exact heen gaat is nog niet helemaal helder, maar de gedachte achter de wet is duidelijk. Werkgevers moeten aan kunnen tonen dat de opdrachtnemers – waar ze geen loonbelasting en sociale premies voor betalen – stiekem geen (fictieve) dienstverband hebben. Dat kan door heel helder te werken op basis van een goedgekeurde (model)overeenkomst. Daar vertel ik u meer over in dit blog artikel.

Auteur: Mr. Melanie Breedveld