07.juli.2017

Arbowet 2017: second opinion bij een andere bedrijfsarts: vrij spel voor de werknemer?!

Mag de behandelend bedrijfsarts een verzoek om een second opinion weigeren? Waar heeft u als werkgever nog grip op? Het vernieuwde Arbobesluit geeft duidelijkheid.

Weigering second opinion hoge uitzondering

In mijn vorige artikel over de second opinion stelde ik de vraag wanneer een bedrijfsarts zwaarwegende argumenten heeft om een second opinion af te wijzen. Met mij vroegen zich dat vele betrokken organisaties af, zoals Oval en VNO NCW. In het voorjaar 2017 waren er al signalen dat afwijzing van een second opinion een hoge uitzondering moest zijn.

De regering heeft dit uitgangspunt in het vernieuwde Arbobesluit van 8 juni 2017 bevestigd. Ondanks de verzoeken daartoe vanuit het werkveld, zal het begrip ‘zwaarwegende argumenten’ niet nader worden uitgewerkt:

De regering is van opvatting dat alleen bij hoge uitzondering een second opinion kan worden geweigerd. De bedoeling van de second opinion is (mede) om het vertrouwen in de bedrijfsarts zo mogelijk te herstellen. Het verder inperken van de second opinion (…) past daar niet bij.”

Er wordt nog wel het voorbeeld gegeven van dreiging van oneigenlijk of herhaaldelijk onnodig gebruik van de second opinion. De regering vindt dat moet worden voorkomen dat een werknemer een advies bij een groot aantal verschillende bedrijfsartsen laat toetsen. Op grond hiervan lijkt definitief duidelijk te zijn dat een second opinion in wezen altijd gehonoreerd moet worden. En misschien wel herhaaldelijk, gezien de woorden ‘groot aantal verschillende’.

Waar heeft u als werkgever wél grip op?

Het Arbobesluit bepaalt dat in het basiscontract (checklist basiscontract) wordt vastgelegd bij welke bedrijfsarts(en) de second opinion wordt uitgevoerd. En als daarin meerdere bedrijfsartsen zijn opgenomen, mag de werknemer een keuze maken. Tijdens de internetconsultatie van het Arbobesluit zijn zorgen geuit over de vrije artsenkeuze voor de werknemer. Naar aanleiding daarvan is de positie van de werknemer verstevigd door het recht toe te kennen om zelf de second opinion bedrijfsarts te kiezen indien het contract meerdere bedrijfsartsen omvat.

Wil een werknemer naar een bedrijfsarts die niet in het basiscontract is opgenomen, dan komen de kosten van de second opinion voor de werknemer. Dit is overigens geen second opinion in de zin van Arbowet. De eerste bedrijfsarts is daarom niet verplicht deze ‘second opinion’ te betrekken bij zijn oordeelsvorming.

Het is niet verplicht om in het basiscontract meerdere bedrijfsartsen voor de second opinion op te nemen. Als er maar één bedrijfsarts wordt genoemd, heeft de werknemer niets te kiezen. Heeft u groot vertrouwen in een bepaalde bedrijfsarts, dan kunt u daar als werkgever dus op sturen.

Let wel, de OR heeft instemmingsrecht op het basiscontract (Arbowet 2017: stevige rol voor preventiemedewerker en ondernemingsraad). De overtuiging te kiezen voor één (of meer) bepaalde bedrijfsarts(en) voor de second opinion zult u dus wel goed moeten kunnen onderbouwen.