28.augustus.2017

“De vakantie zit er op, hoeveel vakantiedagen heb ik nog staan?”

De zomervakantie is (bijna) voorbij en het normale leven begint weer. Dan is het best fijn om alvast uit te kijken naar een volgende vakantie. Maar is wel duidelijk hoeveel vakantiedagen uw werknemer nog heeft staan? Wie houdt dit bij, doet werkgever dit of is iedere werknemer hier zelf verantwoordelijk voor?

 

Werknemer bepaalt, tenzij ‘gewichtige redenen’

De hoofdregel is dat de werkgever de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Dat klinkt ook best logisch. Uw werknemer zal zelf wel een idee hebben wanneer hij met vakantie wil gaan. Vaak gaat dit heel eenvoudig en wordt de vakantie afwezigheid besproken met de leidinggevende. Op zich niks mis mee, mits dan wel duidelijk is dat uw werknemer nog genoeg vakantiedagen heeft staan.

 

Hoofdregel is vier maal de arbeidsduur

De werkgever is verplicht bij te houden hoeveel dagen er worden opgebouwd en hoeveel er worden opgenomen. Daarbij is het verstandig om ook goed bij te houden hoeveel wettelijke vakantiedagen er nog zijn en hoeveel bovenwettelijke dagen. Iedere werknemer heeft over ieder jaar waarin hij recht heeft op loon, aanspraak op vakantie van ten minste vier maal de overeengekomen arbeidsduur.  Dit zijn de wettelijke vakantiedagen.  Een werknemer die bijvoorbeeld vier dagen per week werkt heeft dus 4 x 4 = 16 wettelijke vakantiedagen. Als in de arbeidsovereenkomst of cao meer vakantiedagen zijn afgesproken, dan zijn die extra dagen de bovenwettelijke vakantiedagen.

 

Wettelijke vakantiedagen die niet op tijd worden opgenomen, vervallen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Als uw werknemer dus nog wettelijke vakantiedagen had staan uit 2016, die niet voor 1 juli 2017 zijn opgenomen, dan zijn die opgebouwde niet-genoten wettelijke vakantiedagen in principe vervallen. Het is dus wel belangrijk om goed bij te houden welke dagen worden opgebouwd, maar -belangrijker nog- welke dagen worden opgenomen.  Bovenwettelijke vakantiedagen vervallen niet zo snel, die verjaren pas na vijf jaar.

 

Uitbetalen openstaande vakantiedagen

Een goede registratie van het vakantiesaldo is niet alleen van belang tijdens het dienstverband, maar ook bij einde van de arbeidsovereenkomst. Als uw werknemer uit dienst treedt, heeft hij namelijk recht op uitbetaling van de opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen. Als werkgever moet u kunnen aantonen wat het saldo is en dan wijst de praktijk uit dat er best nog wel eens discussie kan ontstaan. Zo moest bijvoorbeeld deze werkgever nog ruim 82 vakantiedagen uitkeren, terwijl ze zelf dachten dat er helemaal geen tegoed meer was. Sterker nog, ze dachten zelfs dat werknemer teveel vakantie had opgenomen en dus moest terugbetalen. De rechter dacht hier anders over en maakte nog maar eens duidelijk dat de werkgever verantwoordelijk is voor een goede administratie.

 

Tegoed bij een nieuwe werkgever

Treedt uw werknemer elders in dienst, dan heeft hij ook belang bij een goede verklaring over het tegoed aan vakantie. Aan de hand daarvan kan hij namelijk bij die nieuwe werkgever nog zijn al eerder opgebouwde vakantie opnemen. Al zal dat dan zeer waarschijnlijk wel onbetaald zijn. Zo kan toch invulling worden gegeven aan het doel van vakantie, namelijk uitrusten en herstellen.

 

En atv dagen dan?

Voor atv dagen en andere vormen van verlof, gelden de strikte wettelijke regels niet. Daarvoor zal steeds gekeken moeten worden of er in de cao iets is geregeld, of misschien heeft u in de arbeidsovereenkomst of personeelshandboek hier al aandacht aan besteed. Zo niet, dan is het verstandig om dit alsnog te doen om vervelende discussies achteraf te voorkomen. Heeft u hierbij hulp nodig, neem dan gerust contact met ons op.