18.maart.2021

Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen & arbeidsrecht

Vanaf 1 juli 2021 is de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) van kracht. Deze wet heeft ook aardig wat consequenties op het gebied van arbeidsrecht. Stichtingen zoals zorginstellingen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen moeten rekening houden met een aantal belangrijke veranderingen. Vanuit onze expertise als advocaten arbeidsrecht nemen we jullie daarom graag mee langs de onderwerpen die iedere RvC en bestuurder goed op het netvlies moet hebben. In deel 1 van deze blogserie schetsen we alvast een globaal beeld van de arbeidsrechtelijke gevolgen van de WBTR.

WBTR en arbeidsrecht

Al jaren werd erover gesproken en er is nog veel meer over geschreven… de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). In 2020 behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel en begin december 2020 nam de Eerste Kamer het voorstel aan. Het belangrijkste doel van de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen is om de regels op een aantal onderwerpen voor alle rechtspersonen gelijk te trekken. De WBTR beoogt bijvoorbeeld de regeling voor bestuur en toezicht bij de verschillende soorten rechtspersonen aan te vullen, maar ook te verduidelijken. Daarmee gaat er ook arbeidsrechtelijk het nodige veranderen voor verenigingen, stichtingen, corporaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

Positie van bestuurders en toezichthouders

Zorginstellingen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen zijn vaak juridisch vormgegeven in een stichting. En juist voor stichtingen heeft de WBTR belangrijke gevolgen. Bijvoorbeeld als het gaat om de positie van een bestuurder. Dit heeft gevolgen voor de bestuurders zelf, maar ook voor de interne toezichthouder die als werkgever optreedt voor die bestuurder. De stichtingsbestuurder, Raad van Toezicht (RvT) of Raad van Commissarissen (RvC) moeten terdege rekening houden met hun veranderde positie.

Grondslag voor instelling en ontslag

De WBTR kent regelingen over toezicht, tegenstrijdig belang, aansprakelijkheid, ontslag van bestuurders en commissarissen, meervoudig stemrecht en belet en ontstentenis. Zo komt er met de WBTR bijvoorbeeld een uniforme norm voor de taakvervulling van bestuurders en interne toezichthouders. Ook introduceert de WBTR een wettelijke grondslag voor de instelling van de Raad van Commissarissen bij stichtingen en verenigingen én een wettelijke grondslag voor rechtelijk ontslag van stichtingsbestuurders.

Arbeidsrechtelijk perspectief

Waar het met de WBTR vanuit arbeidsrechtelijke perspectief echt anders wordt, zien we terug in wetsartikel 2:298a BW: “Een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting en de bestuurder kan door de rechter niet worden uitgesproken.”

Dit ene zinnetje heeft verstrekkende gevolgen voor de bestuurder én voor de RvC of RvT. Denk bijvoorbeeld aan:

  • de juridische positie rondom de benoeming en ontslag van een stichtingsbestuurder;
  • de rol van de Raad van Toezicht als werkgever;
  • de relatie tot de ondernemingsraad en hun positie en mogelijkheden;
  • de (on)mogelijkheden met betrekking tot schorsing;
  • de (beperkte) bewegingsvrijheid om afspraken met elkaar te maken over ontslag.
  • Governance Code

    Bij dit alles komt ook nog eens de Governance Code, die voor verschillende sectoren nog steeds heel erg belangrijk en leidend is als het gaat om de manier van werken. En dan hebben we bovendien nog de impact van de Wet Normering Topinkomens, die begrenzing geeft aan allerlei afspraken over beloning (of bezoldiging) en vertrekregelingen.

    WBTR door een arbeidsrechtelijke bril

    De WBTR is ogenschijnlijk wat taaie en saaie kost, maar het is goed er eens flink de tanden in te zetten. En dat is ook exact wat we samen met jullie willen doen. In dit eerste, verkennende deel van onze blog-serie over de arbeidsrechtelijke kant van de WBTR hebben we ter introductie alvast een globaal beeld geschetst… in de volgende delen zoomen we verder in op de onderdelen die interessant én relevant zijn voor iedere RvC en iedere bestuurder. Vanuit onze expertise kijken we graag met een arbeidsrechtelijke bril naar de gevolgen die de WBTR voor jullie heeft. Lezen jullie mee?

    Lees verder

    Deel 2: Van aanstelling tot ontslag – de rechtspositie van de bestuurder.

    Deel 3: De rol van de Raad van Toezicht als werkgever van de bestuurder.

    Deel 4: Gronden voor ontslag van de stichtingsbestuurder.

    Deel 5: Wat te doen bij een mogelijk disfunctioneren ?

    Deel 6: De WBTR en het ontslag van een stichtingsbestuurder.

    Deel 7: Consequenties bij schorsing van een bestuurder.